- Geneesmiddelenleer: in dit vak kom je alles te weten over geneesmiddelen. Welke geneesmiddelen bestaan er voor hartpatiënten, hoe behandel je suikerziekte, hoe werkt een slaapmiddel, hoe kan je een hoge bloeddruk behandelen, … Dit is een heel belangrijk vak in de opleiding.
- Farmaceutische Technologie: als farmaceutisch-technisch assistent moet je ook heel wat bereidingen op voorschrift van een arts maken. We noemen dit ‘magistrale bereidingen’. In dit vak leer je alles over gelulen, siropen, crèmes en zalven, … Naast een aantal uur theorie, heb je ook één volledige namiddag in de week een praktijkles waar je alle bereidingen leert maken. Ook het farmaceutisch rekenen maakt een belangrijk deel uit van dit vak.
- Wetgeving & tarificatie: dit vak leert je meer over de farmaceutische wetgeving. Wanneer mogen we iets een geneesmiddel noemen? Welke verantwoordelijkheden heeft een farmaceutisch-technisch assistent? Wat is een generisch geneesmiddel? In het gedeelte over tarificatie leer je meer over de terugbetaling van geneesmiddelen.
- Parafarmacie: dit vak bestaat uit twee grote delen:
- Voedingsleer: gezonde voeding, voedingssupplementen, babyvoeding, glutenintolerantie, …
- Cosmeticaleer: de huid, huidproblemen (acne, droge huid, …), verzorging en behandeling.
- Toxicologie: in dit vak leer je over giftige stoffen: welke symptomen treden er op bij een vergiftiging, hoe moet je dit behandelen, werking en gevaren van drugs, …
- Farmaceutische plantkunde: geneeskrachtige planten en hun inhoudsstoffen
- Stage: lees hier meer over de stage in FTA en de stage in 7AA.
Er zijn verschillen in het lessenrooster van FTA en 7AA.
Raadpleeg hier: